HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN 1.1: WEZEN VAN DE VERENIGING
Art.1 Pihonia is de hogeschoolclub van de richting bedrijfsmanagement aan de Hogeschool Gent. Art.2 Pihonia is een feitelijke vereniging opgericht op 01 maart 1985 door de studenten van het PIHO, met als doel het verenigen van de studenten van dat departement. Art.3 De vereniging maakt eventueel deel uit van een overkoepelend orgaan, de leden zijn aldus lid van dit overkoepelend orgaan, en erkennen zo de statuten van dit orgaan. Art.4 Pihonia is een open en pluralistische vereniging. De voertaal is Nederlands. Art.5 De naam Pihonia verwijst naar het PIHO, Provinciaal Instituut voor Hoger Onderwijs. Sinds 1995 opgegaan in de Hogeschool Gent.
1.2: HET SCHILD
Art.6 De kleuren van het schild zijn de Vlaamse kleuren (geel-zwart-geel) verwijzend naar het PIHO, zijnde een Vlaamse instelling. Art.7 De vorm is een empire schildvorm gebaseerd op het Gentse wapenschild. Art.8 Het veld van het wapenschild van de club is middendoor gedeeld van boven naar beneden. In de linkerhelft van het veld heeft men dan de drie kleurstroken (geel-zwart-geel) met het monogram in het wit, bestaande uit de letters VCF, beginletters van Vivat Crescat Floreat, dooreengevlochten met de beginletter van de benaming van de club en gevolgd door een uitroepteken. In de rechterhelft staat het wapen van club, gebaseerd op de Gentse leeuw, op een zwarte achtergrond. Aan het hoofd van het schild staat een faas (horizontale band) met de benaming van de club. Art.9 De afmetingen van het officiële schild zijn 70 centimeter hoog en 50 centimeter breed.
1.3: HET CLUBLIED
Art.10 Het clublied ‘Als Pihonia aan het rollen gaat’ is gebaseerd op het marcheerlied ‘When Johnny comes marching home’. Art.11 Iedereen die zich laat dopen bij Pihonia is verplicht het clublied te kennen. Als Pihonia aan het rollen gaat Hurrah! Hurrah! Weet iedereen het wordt weer laat Hurrah! Hurrah! Dan maken we leut, dan maken we lol Geen pint, geen glas, geen vat blijft vol En we gaan al mee als Pihonia aan 't rollen gaat Met pet, met lint, met codex klaar Hurrah! Hurrah! De nachten zijn voor ons niet zwaar Hurrah! Hurrah! Door Gent wij gaan, ons man wij staan Als porren reeds naar huis toegaan En we gaan al mee als Pihonia aan 't rollen gaat
1.4: HET CLUBLINT Art.12 Ieder clublint bestaat uit drie verticale banden geel-zwart-geel. Art.13 Tijdens een lustrumjaar wordt er boven de standaard borduring een laurierkrans aangebracht met daarin de leeftijd van de club in overeenstemming met de overige borduring op het lint. Art.14 Het praeseslint heeft een lengte van 200 centimeter met een breedte van 12 centimeter. Het wordt geborduurd met gouden letters en bijeengehouden door een gouden snoer met aan de uiteinden gouden franjes. Art.15 Een keizerlint heeft een lengte van 200 centimeter met een breedte van 12 centimeter. Het wordt geborduurd met gouden letters en bijeengehouden door een gouden snoer met aan de uiteinden gouden franjes. Art.16 Een praesidiumlint heeft een lengte van 200 centimeter met een breedte van 11 centimeter. Het wordt geborduurd met gele letters en bijeengehouden door een zwart snoer met aan de uiteinden zwarte franjes. Art.17 De volgorde van de borduringen op het lint van boven naar onder is als volgt: FUNCTIE Naam Schild Academiejaar Art.18 Een clublint heeft een lengte van 140 centimeter met een breedte van 4,5 centimeter. Art.19 Het clublint wordt door een ontgroend lid gedragen over de rechterschouder, schachten dragen het clublint over de linkerschouder. Art.20 Indien er een schachtenkoning(in)verkiezing plaatsvindt, kan deze titel worden aangebracht op het clublint.
1.5: HET CLUBPETJE
Art.21 Het clubpetje bestaat uit drie stroken van de clubkleuren als rand. De bovenkant is zwart met daarop het monogram van de club in het wit geborduurd. De senior en keizer hebben recht op een clubpetje met een gouden monogram.
1.6: HET CLUBVAANDEL
Art.22 Het clubvaandel bestaat uit het officiële schild op een achtergrond naar keuze in de clubkleuren. Art.23 De minimale afmetingen zijn 1,2 meter op 1,2 meter.
1.7: DE LEDEN VAN DE VERENIGING
Art.24 Elke student kan lid worden van Pihonia mits de volledige doop te doorstaan hebben. Art.25 Uitzonderlijk kunnen niet-studenten door het praesidium toegelaten worden tot de club mits de volledige doop te doorstaan hebben. Art.26 Elk lid kan slechts stemrecht verwerven en verkiesbaar gesteld worden wanneer hij/zij gedoopt en ontgroend werd bij Pihonia. Art.27 Elk lid dient de statuten en de besluiten van het praesidium te volgen. Art.28 Geen enkel lid zal iets ondernemen dat de club kan schaden. Art.29 Voor General Data Protection Regulation (GDPR), zie het privacystatement op de officiële Pihoniawebsite (www.pihonia.be). Art.30 Indien een lid van Pihonia niet uitdrukkelijk, schriftelijk bevestigt dat hij/zij niet op foto wil staan, wordt ervan uitgegaan dat hij/zij gefotografeerd mag worden en deze foto’s ook op de website en op sociale media mogen gepubliceerd worden.
HOOFDSTUK 2: HET PRAESIDIUM
Art.31 Het Praesidium is het verkozen orgaan van Pihonia. Het is samengesteld uit de stemgerechtigde bestuursleden waarin een klein onderscheid wordt gemaakt tussen de hoge bestuursleden, het Hoog Praesidium, en de gewone bestuursleden, het Laag Praesidium. De leden van het Praesidium moeten ontgroend lid zijn van Pihonia. Art.32 Als lid van het Pihonia praesidium handel je steeds conform de statutaire richtlijnen. Art.33 Alle leden van het praesidium zijn verantwoordelijk voor de gestelde daden van alle individuele praesidiumleden binnen de clubsfeer. Art.34 In geval van intern conflict of crisissituatie omtrent wordt er een beroep gedaan op het raadgevend orgaan, zie de desbetreffende sectie.
2.1: SAMENSTELLING VAN HET HOOG PRAESIDIUM
Art.35 Het Hoog Praesidium is een orgaan van Pihonia dat verkozen wordt op de laatste vergadering van het aftredend Praesidium. Het is samengesteld uit stemgerechtigde bestuursleden. De functies binnen dit orgaan zijn praeses, vice-praeses, quaestor en ab-actis. Deze functies kunnen niet gecombineerd worden met een andere functie binnen het Praesidium, noch met een functie bij een andere vereniging. Hier kunnen geen functies aan toegevoegd worden. De leden van dit Praesidium moeten minstens een jaar in het Praesidium van Pihonia gezeteld hebben. Art.36 In het ideale geval, studeren zowel praeses als vice-praeses bedrijfsmanagement aan de HoGent. In uitzonderlijke gevallen studeert slechts één iemand van hen bedrijfsmanagement. Uitzonderingen hierop kunnen goedgekeurd worden door het kiescomité.
2.1.1: DE PRAESES
Art.37 De praeses is de voorzitter en eindverantwoordelijke van Pihonia. Hij of zij roept de organen in vergadering samen en zit deze voor. Art.38 Als voorzitter coördineert hij of zij de uitvoering van alle door het Praesidium goedgekeurde initiatieven. Art.39 De praeses ondersteunt de praesidiumleden in hun taken indien nodig. Art.40 De Praeses is het uithangbord van de vereniging en vertegenwoordigt deze in het Gentse studentenleven. Art.41 In het belang van de vereniging neemt hij samen met het Hoog Praesidium alle maatregelen waartoe noodwendigheid noopt. Binnen de drie dagen wordt het Praesidium hiervan verwittigd. Art.42 De door de praeses bij noodwendigheid gedane verrichtingen dienen door het Praesidium bekrachtigd te worden. Art.43 Wanneer de praeses in de onmogelijkheid verkeert haar/zijn functie uit te oefenen, oefent de vice-praeses diens bevoegdheden ad interim uit, tot de onmogelijkheid heeft opgehouden te bestaan, wat door de praeses wordt vastgesteld. Art.44 Indien de praeses ontslag neemt of door het Praesidium uit zijn functie wordt ontzet, oefent de vice-praeses de functie van praeses uit tot wanneer een nieuwe praeses wordt aangeduid door coöptatie. Zie sectie omtrent coöptatie. Art.45 De praeses en/of vice-praeses vertegenwoordigt Pihonia binnen een eventueel overkoepelend orgaan. Art.46 Enkel de praeses kan de leden het bevel geven tot ad-fundum als straf. Art.47 De praeses ontgroend de schachten volgens de regels van de codex. Art.48 De praeses installeert zijn opvolger volgens de regels van de codex.
2.1.2: DE VICE-PRAESES
Art.49 De vice-praeses staat de praeses bij met raad en daad. Hij neemt in het bijzonder de functie van de praeses over in geval van diens onmogelijkheid zijn bevoegdheden uit te oefenen. Art.50 De praeses en/of vice-praeses vertegenwoordigt Pihonia binnen een eventueel overkoepelend orgaan. Art.51 De vice-praeses neemt de taken over van andere praesidiumleden indien zij zich in de onmogelijkheid bevinden om deze uit te oefenen.
2.1.3: DE QUAESTOR
Art.52 De quaestor, ook penningmeester genoemd, is de financiële verantwoordelijke van Pihonia. Op de eerste vergadering van het Praesidium van elke maand brengt hij/zij verslag uit over de financiële toestand. De quaestor kan slechts betalingen doen ter uitvoering van de door het Praesidium goedgekeurde verrichtingen, behoudens de gevallen van noodwendigheid. Art.53 De quaestor is verantwoordelijk voor elke betaling die zonder machtiging van het praesidium werd verricht. Art.54 In de uitoefening van zijn/haar functie houdt de quaestor het kasboek bij. Het kasboek omvat de zorgvuldige opgave van de financiële verrichtingen. Elk lid van het Praesidium mag het kasboek controleren en de quaestor ter verantwoording roepen op de vergaderingen van het Praesidium. Art.55 De quaestor is belast met het bijhouden van de kasstromen van de diverse activiteiten. Hij/zij wordt hierin bijgestaan door de leden van het Praesidium die de desbetreffende activiteiten organiseren. Ten laatste één maand na de activiteit wordt de desbetreffende activiteit afgesloten. Een financieel verslag wordt ten laatste een maand na het aflopen van de activiteit op vergadering aan het Praesidium voorgelegd. Art.56 De quaestor maakt tegen de eerste werkdag van mei een globaal financieel jaarverslag op. Het aftredende Praesidium verleent hem/haar hiervoor kwijting. Het financiële jaarverslag wordt samen met het kasboek overhandigd aan de opvolger in de functie van quaestor. Art.57 De quaestor heeft samen met de praeses en vice-praeses een volmacht over de bankrekeningen van Pihonia. Wanneer een van hen zonder toelating of medeweten van de andere twee geld afhaalt of verrichtingen doet, betaalt hij/zij dit terug uit eigen zak. Art.58 De quaestor staat zijn/haar opvolger bij tijdens de overdracht van de volmachten over de bankrekening.
2.1.4: DE AB-ACTIS
Art.59 De ab-actis, ook secretaris genoemd, heeft de leiding over het secretariaat van Pihonia en is belast met het beheer van de algemene administratie. De algemene administratie omvat de in- en uitgaande correspondentie, het bijhouden van ledenbestanden en contactgegevens. Art.60 De ab-actis staat mede in voor de voorbereiding van de vergaderingen. Hij/zij maakt van elke vergadering een verslag dat uiterlijk twee dagen na de desbetreffendevergadering aan de Praesidiumleden wordt bezorgd. Art.61 De ab-actis staat in voor het archief van Pihonia. Art.62 Adhemar, het officiële blad van Pihonia, kan gelden als een gespreks-en discussieplatform waarin de verschillende standpunten m.b.t. een bepaalde problematiek kunnen worden verdedigd. Het tijdschrift wordt uitgegeven onder de verantwoordelijkheid van de ab-actis en de praeses. Art.63 De ab-actis is tevens voorzitter van de redactieraad. Deze raad wordt in de maand juni samengesteld, en kan tijdens het academiejaar wijzigen van samenstelling. Elk lid van Pihonia kan in deze raad zetelen. De raad bestaat uit maximum 5 leden zijnde: de sportvan Pihonia en de cultuur van Pihonia, aangevuld met gedoopten van de club.
2.2: SAMENSTELLING VAN HET LAAG PRAESIDIUM
Art.65 Het Laag Praesidium is het op de kiescantus verkozen orgaan van Pihonia. Het is samengesteld uit stemgerechtigde bestuursleden die samen met het Hoog Praesidium het bestuur vormen. Art.66 Naargelang de noodwendigheid kan het Praesdium voor het lopende academiejaar functies met stemrecht bijcreeëren. Art.67 De leden van het Laag Praesidium moeten ontgroend lid zijn van Pihonia. Art.68 In uitzonderlijke omstandigheden kunnen functies van het Laag Praesidium samengevoegd worden tot één functie.
2.2.1: DE STUDIE
Art.69 De studie is belast met de organisatie van alle initiatieven die aangewezen zijn om de dienstverlening op studievlak te bevorderen en de gemeenschappelijke studiebelangen te behartigen. Art.70 De studie is verantwoordelijk voor de communicatie tussen club en de Hogeschool Gent en naar de studenten toe. Art.71 De studie zetelt voor Pihonia in de studentenraad van de faculteit bedrijf en organisatie aan de Hogeschool Gent. Art.72 Hij/zij poogt het studeren aan de Hogeschool Gent te bevorderen door het actief verzamelen van samenvattingen, het beantwoorden van vragen van de studenten, etc. Hij/zij verspreidt de samenvattingen via de studiegroepen. Art.73 Hij/zij zorgt ervoor dat er regelmatig een klassenrondgang plaatsvindt waarbij geplande Pihonia-activiteiten aangekondigd worden. Art.74 De studie staat in voor de organisatie van lezingen en workshops voor de studenten bedrijfsmanagement. Art.75 Hij/zij zorgt er tevens voor dat de geplande activiteiten via affiches in de gangen van de hogeschoolgebouwen bekend gemaakt worden. Art.76 De studie is verantwoordelijk voor de online studiegroepen per afstudeerrichting.
2.2.2: DE CULTUUR
Art.77 De cultuur staat in voor de organisatie van culturele activiteiten onder de leden. Art.78 De cultuur zetelt in de redactieraad van Pihonia. Art.79 De cultuur is samen met de sport eindeverantwoordelijke over het clubweekend.
2.2.3: DE FEEST
Art.80 De feest organiseert diverse festiviteiten van Pihonia zijnde een galabal, fuiven, recepties, cocktailavonden, themaclubavonden, etc. Art.81 De feest vormt de drijvende kracht achter het feestcomité.
2.2.4: DE SPORT
Art.82 De sport organiseert de sportactiviteiten voor Pihonia. Art.83 Dit op zowel club- als interclubniveau. Art.84 De sport zetelt in de redactieraad van Pihonia. Art.85 De sport is samen met de cultuur eindverantwoordelijke over het clubweekend. Art.86 De sport is verantwoordelijk voor de reizen van Pihonia.
2.2.5: DE PR
Art.87 De PR zorgt voor het aantrekken van externe fondsen tot (mede)financiering van activiteiten op financieel en materieel vlak. Art.88 Het is tevens zijn/haar taak om de relaties met die sponsors te onderhouden en ervoor te zorgen dat zowel Pihonia als de sponsor in kwestie hun contractuele verplichtingen nakomen. Art.89 De PR zorgt voor een vernieuwd sponsordossier tegen het einde van het werkingsjaar zodat zijn/haar opvolger meteen van start kan gaan. Art.90 De PR ondersteunt zijn opvolger bij het behouden van de door hem/haar gemaakte contacten.
2.2.6: DE MEDIA
Art.91 De media zorgt voor het updaten van de Pihonia website en sociale media en zorgt voor een degelijke inhoud hiervan. Art.92 Hij/zij is verantwoordelijk voor de affiches, flyers, tickets, etc... voor de activiteiten georganiseerd door het Praesidium. Art.93 Hij/zij plaatst zo snel mogelijk alle komende activiteiten online en promoot deze.
2.2.7: DE CANTOR
Art.94 Hij/zij is verantwoordelijk voor de organisatie en de uitvoering van cantussen. Art.95 De cantor legt in samenspraak met het cantusteam de zalen vast. Art.96 Hij/zij zorgt voor een liederenlijst bij elke cantus. Art.97 De cantor is verantwoordelijk voor de zangavond en de algemene liederenkennis van de leden. Art.98 De cantor is verplicht om zich voortdurend bij te scholen op vlak van liederenkennis.
2.2.8: DE ZEDENMEESTER
Art.99 De zedenmeester zorgt ervoor dat de orde op vergaderingen en op elke activiteit van Pihonia bewaard blijft. Art.100 Hij/zij mag hiervoor op elke activiteit het silentium roepen en straffen geven wanneer dit nodig is en volgens gepaste mate. Geen ad-fundums. Art.101 Hij/zij is in het bezit van een lijst met gangbare cantusstraffen en weet wat deze inhouden. Hij/zij mag hier zelf ook nieuwe straffen aan introduceren, mits toestemming van het cantusteam. Art.102De zedenmeester heeft niet het recht om een pro-senior te straffen tenzij met toestemming van de zetelende praeses, in dit geval drinken de senior en de zedenmeester mee. Art.103De zedenmeester heeft niet het recht om een pro-zedenmeester te straffen. Indien dit toch gebeurt moet de huidige zedenmeester meedrinken.
2.2.9: DE SCHACHTENTEMMER
Art.104 De schachtentemmer is verantwoordelijke voor de schachten binnen clubgerelateerde aspecten. Art.105 De schachtentemmer is verantwoordelijk voor de communicatie met de schachten en vormt voor hun het centrale aanspreekpunt in een sfeer van vertrouwen. Art.106 De schachtentemmer stimuleert de schachten tot deelname aan zowel externe- als Pihonia-activiteiten. Art.107 Hij/zij leidt ze op tot ware commilitones doorheen het schachtenjaar volgens de regels van de codex. Art.108 De schachtentemmer doopt de schachten. Art.109 Het schachtenjaar begint op de doop en eindigt op de ontgroening. Art.110 De schachtentemmer is verantwoordelijke voor de organisatie van de doop, nadoop en ontgroening. Art.111 De schachtentemmer bewaart de orde en zeden onder zijn/haar schachten tijdens een cantus.
2.3 DE COMITÉS
Art.112Het praesidium is nog eens onderverdeeld in verschillende comités. Binnen deze comités worden bepaalde belangrijke activiteiten nog verder uitgewerkt. De verschillende comités zijn: • Cantusteam • Weekendcomité • Feestcomité • Doopcomité • Redactieraad • Lustrumcomité
HOOFDSTUK 3: SAMENSTELLING VAN HET ONDERSTEUNEND ORGAAN
Art.113 Het Ondersteunend Orgaan is een orgaan van Pihonia dat verkozen wordt op de eerste algemene vergadering van het huidige Praesidium. Art.114 De te verkiezen functies voor het ondersteunend orgaan zijn: peter, vice-peter, meter, vice-meter en kroegbaas. Zij dienen dan met een gewone meerderheid verkozen te worden door het huidige praesidium. Art.115 De kandidaten voor peter, meter, vice-peter, vice-meter en kroegbaas worden voorgedragen door het nieuwe praesidium. Art.116 Pro-senioren zijn van rechtswege lid van dit orgaan. Art.117 Enkel de functie pro-senior kan gecombineerd worden met een andere functie binnen het Praesidium. Art.118 Leden van het Ondersteunend Orgaan mogen in het academisch jaar volgend op de verkiezing niet meer full-time studeren, met uitzondering van de pro-senioren. Art.119 Hier kunnen geen functies aan toegevoegd worden. Art.120 Wanneer er geen tegenkandidaat wordt voorgedragen voor de functies peter, vice-peter, meter, vice-meter of kroegbaas op de eerste vergadering van het werkingsjaar,mogen huidige peter, vice-peter, meter, vice-meter of kroegbaas. zijn of haar functie behouden. Art.121 De leden van het Ondersteunend Orgaan mogen elke vergadering bijwonen naar eigen goeddunken, maar zijn hiertoe niet verplicht. Art.122 De leden van het Ondersteunend Orgaan hebben recht op een praesidiumlint met daarop hun functie, met uitzondering van de pro-seniores.
3.1: PRO-SENIOR
Art.123 De aftredende praeses is van rechtswege voorzitter van het Ondersteunend Orgaan. Art.124 De aftredende pro-senior zetelt van rechtswege in het praesidium van zijn/haar opvolger als afgevaardigde/aanspreekpunt voor het ondersteunend orgaan. Art.125 Hij of zij mag de vergaderingen bijwonen.
3.2: DE PETER EN DE METER
Art.126 Er kan zowel een peter als een meter aangesteld worden. Art.127 Wie zich kandidaat stelt voor deze functie moet gedoopt en ontgroend zijn bij Pihonia. Zij hebben minstens 1 jaar gezeteld in het Praesidium van Pihonia en/of hebben een extra waarde toegevoegd aan de club. Art.128 Hij en/of zij mag van rechtswege de vergaderingen bijwonen. Art.129 Indien een pro-senior peter/meter is heeft hij/zij recht op een peter/meterlint met gouden franjes.
3.3: DE VICE-PETER EN DE VICE-METER
Art.130 Er kan zowel een vice-peter als een vice-meter aangesteld worden. Art.131 Zij hebben een vertrouwde band met Pihonia en dragen op hun manier een steentje bij aan de club. Art.132 Hij en/of zij mag de vergaderingen bijwonen op verzoek van het Praesidium maar heeft op zittingen en verkiezingen geen stemrecht.
3.4: KROEGBAAS
Art.133 De uitbater van een café dat Pihonia haar thuisbasis noemt kan een lint van kroegbaas krijgen wanneer het Praesidium hiermee akkoord gaat. Art.134 Zij hebben een vertrouwde band met Pihonia en dragen op hun manier een steentje bij aan de club. Art.135 Hij en/of zij mag de vergaderingen bijwonen op verzoek van het Praesidium maar heeft op zittingen en verkiezingen geen stemrecht.
3.5: WERKING VAN HET ONDERSTEUNEND ORGAAN
Art.136 Het ondersteunend orgaan is bedoeld als adviesorgaan en ondersteunt het zetelend praesidium. Zij zien toe op het behouden van de tradities binnen het clubgebeuren. Art.137 Het Ondersteunend Orgaan hoeft niet op regelmatige basis samen te komen en de leden mogen los van elkaar het praesidium ondersteunen. Art.138 Het Ondersteunend Orgaan staat in voor het contact met oud-leden. Art.139 Het Ondersteunend Orgaan staat het praesidium bij met advies, materiële steun, financiële steun, diensten en/of mentale steun. Art.140 Het praesidium kan steeds bij hen terecht voor een externe visie op actuele thema’s, crisissituaties binnen de club, etc... Art.141 Het Ondersteunend Orgaan mag activiteiten organiseren voor Oud-Pihonia leden en activiteiten van verschillende aard organiseren. Zij dienen hiervoor steeds het Praesidium op de hoogte brengen. Ook mogen deze activiteiten de activiteiten georganiseerd door het Praesidium niet dwarsbomen.
HOOFDSTUK 4: VERKIEZING VAN HET PRAESIDIUM 4.1: HET KIESRECHT
Art.142 Ieder lid van het aftredend Praesidium bij Pihonia alsook de pro-seniores, zijn gerechtigd deel te nemen aan de verkiezingen van het Hoog Praesidium. En dit voor het academiejaar volgend op dat van de verkiezingen. Art.143 Ieder lid van de club die gedoopt en ontgroend is bij Pihonia, is gerechtigd deel te nemen aan de verkiezingen van het Laag Praesidium voor het academiejaar volgend op dat van de verkiezingen, volgens de modaliteiten in dit hoofdstuk bepaald.
4.2: VERKIESBAARHEID
Art.144 Ieder lid met minstens 1 jaar praesidiumervaring bij Pihonia kan zich kandidaat stellen voor een van de functies in het Hoog Praesidium, zoals in hoofdstuk 2 omschreven. Art.145 Ieder gedoopt en ontgroend lid van Pihonia kan zich kandidaat stellen voor een of meerdere bestuursfuncties. Art.146 Men kan slechts voor één functie een mandaat opnemen. Art.147 Hij/zij is een ingeschreven student aan een instelling voor hoger onderwijs op het moment van de verkiezingen.
4.3: VERKIEZINGSCOMMISSIE
Art.148 De verkiezingscommissie controleert het verloop van de verkiezingen en staat in voor het tellen van de stemmen. Art.149 De verkiezingscommissie bestaat tijdens de hoogpraesidiumverkiezing uit de aftredende praeses en de aanwezige pro-seniores. Art.150 De verkiezingscommisie bestaat tijdens de laagpraesidiumverkiezing uit het aftredend hoogpraesidium en de aanwezige pro-seniores. Art.151 In geval er getwijfeld wordt aan de correctheid van een lid van de verkiezingscommissie, dan wordt het lid vervangen door een neutraal praesidiumlid dat aangeduid wordt door het praesidium.
4.4: STEMFORMULIEREN
Art.152 Het hoog praesidium stelt uniforme stemformulieren op. Art.153 Ieder ontgroend lid ontvangt het aantal stemformulieren waarop hij/zij recht heeft. Art.154 De verkiezingscommissie bepaalt het aantal stemformulieren in functie van het aantal stemgerechtigden. Art.155 Niemand mag meer stemmen uitbrengen dan waar hij/zij recht toe heeft. Art.156 De stemmen worden opgehaald door iemand van de kiescommissie. Waarbij iedere stemgerechtigde persoonlijk zijn/haar stem overhandigt. Art.157 Na het tellen van de stemmen worden de stemformulieren vernietigd om de anonimiteit te garanderen. Bij voorkeur gebeurt dit door onderdompeling in bier.
4.5: PROCEDURE 4.5.1: ALGEMENE KIESPROCEDURE
Art.158 Bij aanvang van de verkiezingen moet de procedure van de verkiezingen worden samengevat en verduidelijkt door de aftredend senior. Art.159 Er moet tijdens de verkiezingen steeds een kopie van de meest recente statuten van Pihonia beschikbaar zijn ter inzage voor de aanwezigen. Art.160 Indien er op de laatste vergadering van het aftredend Praesidium een hoog Praesidiumfunctie vacant blijft, wordt de verkiezing van deze functie verdergezet tijdens de kiescantus en kan elk ontgroend lid zich kandidaat stellen. Er wordt geen apart nieuw kiesmoment hiervoor ingelast. Art.161 Tijdens een verkiezingsmoment maken de kandidaten hun kandidatuur bekend door recht te staan op de derde hamerslag. Art.162 Kandidaten moeten aanwezig zijn tijdens de verkiezingen, tenzij dit bij uitzondering goedgekeurd wordt door de kiescommissie. Art.163 De kandidaten presenteren tijdens het kiesmoment de door het praesidium gevraagde voorbereiding. Art.164 Het aftredend praesidium bepaalt de volgorde waarin de functies verkozen worden. Art.165 Na elke ronde wordt er overgegaan tot stemming. Art.166 De verkiezingscommissie telt de stemmen, controleert de regelmatigheid van de kies-verrichtingen en beslecht eventuele geschillen. Art.167 Na de stemmingen en telling betreden de kandidaten samen de zaal. De uitslag wordt zonder concrete aantallen door de praeses bekend gemaakt. Art.168 Elke kandidaat heeft het recht één hertelling te vorderen.
4.5.2: EERSTE KIESRONDE
Art.169 Indien meerdere kandidaten voor een functie opkomen begint de oudste kandidaat met zijn/haar betoog. Art.170 De andere kandidaten verlaten de ruimte en mogen het betoog van hun medekandidaat niet bijwonen. Art.171 Na afloop van zijn/haar betoog mogen er vragen gesteld worden aan de kandidaat door de commilitones in de zaal aanwezig. De senior bepaalt het einde van de vragenronde. Art.172 Na de vragenronde volgt er een discussieronde waarin de aanwezige commilitones onderling hun mening kunnen uiten over de kandidaat. De senior bepaalt het einde van de discussieronde Art.173 Hierna mag de volgende kandidaat aantreden voor zijn/haar betoog en begint de procedure opnieuw. Art.174 Eenmaal alle kandidaten aan het woord zijn geweest, wordt er overgegaan tot de stemming.
4.5.3: TWEEDE KIESRONDE
Art.175 Indien niemand verkozen wordt tijdens de eerste kiesronde vallen de kandidaten met minder dan 1/ (2 x aantal kandidaten) van het totaal van de stemmen af. (Voorbeeld: op een totaal van 100 geldige stemmen en bij 4 kandidaten. 1/(2x4 kandidaten) = 1/8 = 12,5%. Een kandidaat met 12 stemmen valt af, een kandidaat met 13 stemmen gaat door). Art.176 Er volgt direct een tweede kiesronde waarbij de overgebleven kandidaten debatteren tegen elkaar en vragen kunnen krijgen van de aanwezigen. Hierna wordt er opnieuw overgegaan tot stemming.
4.5.4: NIEUW KIESMOMENT
Art.177 Indien na een tweede ronde nog geen kandidaat verkozen is, wordt de verkiezing voor de desbetreffende functie uitgesteld naar een later tijdstip. Art.178 Elk ontgroend lid mag zich opnieuw kandidaat stellen tijdens dit nieuwe kiesmoment. Art.179 Deze verkiezingen volgen dezelfde procedure van de 1ste en de 2 de kiesronde zoals hierboven gedefinieerd. Art.180 Indien niemand verkozen is tijdens dit nieuwe kiesmoment mag er overgegaan worden tot coöptatie, indien gewenst door het nieuw verkozen praesidium.
4.6: DE STEMMING
Art.181 Enkel de aanwezigen tijdens de verkiezing zijn stemgerechtigd. Art.182 De stemming voor het Hoog Praesidium heeft plaats vóór de kiescantus. Art.183 De stemming voor het Laag Praesidium heeft plaats op de kiescantus die plaatsvindt in de maand mei. Art.184 De stemming is geheim en strikt persoonlijk. Art.185 Kandidaten mogen niet meestemmen voor de functie waar zij zich kandidaat voor stellen. Art.186 De verkiezingscommissie beslist over de geldigheid van de stem. Art.187 In geval van slechts één kandidaat stemt men met ja, nee of blanco. Art.188 In geval van meerdere kandidaten stemt men voor een kandidaat door zijn/haar naam te noteren, stemt men tegen beide kandidaten door nee te noteren of stemt men blanco. Art.189 Alle andere opschriften op een stemformulier maken de stem ongeldig verklaard. Art.190 Blanco stemmen worden aan de meerderheid toegevoegd. Art.191 Ongeldige stemmen worden afgetrokken van het totale aantal stemmen. Art.192 Stemmingen gebeuren nooit online.
4.6.1: VERDELING STEMMEN BIJ HOOG PRAESIDIUMVERKIEZING
Art.193 Stemgerechtigde aanwezigen mogen 1 stem uitbrengen. Art.194 Pro-senioren mogen 1 extra stem uitbrengen. Art.195 De zetelende praeses mag 2 extra stemmen uitbrengen.
4.6.2: VERDELING STEMMEN BIJ LAAG PRAESIDIUMVERKIEZING
Art.196 Elk ontgroend lid kan voor de verkiezing van elke functie 1 stem uitbrengen. Art.197 Het aftredend praesidium en de pro-senioren krijgen 1 extra stem. Art.198 De aftredende en de nieuw verkozen praeses krijgen 2 extra stemmen.
4.6.3: VERKOZEN BIJ HOOG PRAESIDIUMVERKIEZING
Art.199 Tijdens de hoog praesidiumverkiezing wordt een kandidaat als verkozen beschouwd indien hij/zij minstens 2/3de van de stemmen behaalt.
4.6.4: VERKOZEN BIJ LAAG PRAESIDIUMVERKIEZING
Art.200 Een kandidaat, ook voor een eventueel doorgeschoven hoog praesidiumfunctie, wordt tijdens deze laag praesidumverkiezing als verkozen beschouwd op voorwaarde dat een eenvoudige meerderheid van de helft +1 wordt behaald.
4.7: CREËREN VAN PRAESIDIUMFUNCTIES
Art.201 Naargelang de noodwendigheid kan het Praesdium voor het lopende academiejaar functies met stemrecht bijcreëren tijdens een open kiesmoment dat verloopt volgens de procedure van de laag praesidiumverkiezing.
4.8: INSTALLATIE VAN DE VERKOZEN PRAESIDIUMLEDEN
Art.202 Voor het nieuw verkozen praesidiumlid zingt de corona het Gaudeamus Igitur, in geval van een nieuw verkozen praeses zingen zij het Io Vivat. Art.203 De linten worden overgedragen na de handeling in het bovenstaande artikel aan de hand van een Ave Confrater tussen de nieuw verkozene en de aftredende uit de desbetreffende functie. Art.204 Indien het aftredend praesidiumlid niet aanwezig is, wordt de Ave Confrater uitgevoerd met de meeste recente pro van de desbetreffende functie. Indien dit niet mogelijk is, neemt de aftredende praeses deze taak op zich. Art.205 Installatie van de praeses gebeurt volgens de regels gedefinieerd in de studentencodex die de club hanteert.
4.9: COÖPTATIE
Art.206 Het Praesidium kan in drie gevallen overgaan tot coöptatie: • Coöptatie van leden die een statutaire bestuursfuncties wensen op te nemen die niet is ingevuld tijdens de verkiezingen. • Coöptatie van leden die de functie opnemen van een Praesidium-lid dat ontslag nam of ontslagen werd. • Naargelang de noodwendigheid en voor de duur van een werkingsjaar, kan het praesidium een functie vaste medewerker, zonder stemrecht, bijcreëren. Dit ter ondersteuning van een reeds ingevulde praesidiumfunctie.
Art.207 De coöptatieprocedure verloopt als volgt: • De coöptatieprocedure wordt aangekondigd een week voor de vergadering waarop de coöptatie zal gestemd worden. • De leden die in aanmerking komen voor coöptatie worden voorgedragen door mensen van het huidig praesidium. • Coöptatie staat gelijk aan een buitengewone algemene vergadering, dus het advies van alle aanwezige ontgroende leden wordt gehoord. • Ten slotte gaat het Praesidium over tot een stemming volgens de principes van een laag praesidiumverkiezing en installeert op die manier één der kandidaten in de desbetreffende functie. Art.208 Het huidige praesidium krijgt bij een coöptatieprocedure 1 stem en de huidige praeses krijgt 1 extra stem.
HOOFDSTUK 5: VERGADERINGEN 5.1: DE SAMENROEPING
Art.209 Het werkingsjaar van het Praesidium start op de eerste dag na de kiescantus en eindigt op de kiescantus van het volgende jaar. Art.210 Er geldt een overgangsperiode van het Praesidium tot de laatste dag van juli. Tot die dag mag elk lid van het afgetreden Praesidium de vergaderingen bijwonen en advies verlenen. Hij/zij heeft echter geen stemrecht. Art.211 De algemene vergadering vergadert ten minste éénmaal om de week op een vaste dag, tijd en plaats. Uitzonderingen worden gemaakt voor blok-, examen- en/of vakantieperiodes. Art.212 Indien de wekelijkse algemene vergaderingen uitzonderlijk op een andere dag, een ander tijdstip of een ander plaats zal doorgaan, zal dit minstens drie werkdagen op voorhand bekend gemaakt worden. Bij hoogdringendheid kan deze termijn worden teruggebracht tot de voorgaande dag. Art.213 De praeses is verplicht eender welke vorm van vergadering samen te roepen wanneer 4 stemgerechtigde leden daarom vragen.
5.2: DE AGENDA
Art.214 De agenda wordt tenminste de dag voor de vergadering meegedeeld. Hij wordt opgesteld door de praeses in samenspraak met de vice-praeses, tenzij het Praesidium vergadert op verzoek van vier stemgerechtigde leden, in welke geval deze hun agendapunten toevoegen. De praeses kan deze agenda aanvullen, maar nooit wijzigen. Art.215 Ieder van de aanwezige stemgerechtigde leden kan een punt als variapunt toevoegen aan de notulen. Art.216 Minstens éénmaal per semester is het praesidum verplicht een evaluatievergadering te houden over hun eigen werking.
5.3: BEPALINGEN ALGEMEEN AAN ALLE VERGADERINGEN
Art.217 De verschillende vormen van vergaderingen zijn: • de gewone algemene vergadering, • de buitengewone algemene vergadering, • de uitzonderlijke algemene vergadering. Art.218 Zolang aan de samenroepingsvereisten is voldaan kunnen er verschillende vormen van vergadering op dezelfde avond worden gehouden. Art.219 De zetelende praeses zit elke vorm van vergadering voor. Art.220 De zedenmeester neemt alle maatregelen tot handhaving van de orde. Art.221 De praeses opent de vergadering met het clublied en leest de agendapunten voor. Art.222 Hij vraagt de aanwezigen of zij nog voorstellen van agendapunten hebben of de volgorde van de meegedeelde agendapunten wensen te wijzigen. Art.223 De stemmingen tijdens vergaderingen geschieden individueel en bij handopsteking. Art.224 Stemmingen omtrent personen gebeuren schriftelijk en geheim, het (eventueel) betrokken bestuurslid mag niet meestemmen. Hij kan vooraf zijn mening uiteenzetten. Art.225 Elk stemgerechtigd lid heeft het recht een geheime stemming te vragen. Een geheime en schriftelijke stemming wordt gehouden op stembiljetten die door het hoogpraesidium worden uitgedeeld en geteld. Art.226 De verslagen van vergaderingen worden door de ab-actis maximum twee werkdagen na de vergadering gepubliceerd ter inzage van het praesidium en bijgehouden in het archief.
5.3.1: DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING
Art.227 Enkel leden van het huidige praesidium of leden van het ondersteunend orgaan mogen van rechtswege een gewone algemene vergadering bijwonen. Andere leden mogen slechts op goedkeuring van de praeses de gewone algemene vergadering bijwonen. Art.228 Tijdens een gewone algemene vergadering heeft enkel het praesidium stemrecht. Zij hebben elk 1 stem. Art.229 Een voorstel is aangenomen wanneer het een meerderheid van de uitgebrachte stemmen heeft behaald. Art.230 De praeses heeft in geval van gelijke verdeling van stemmen de doorslaggevend stem. Art.231 Het praesidium kan slechts rechtsgeldig vergaderen wanneer een meerderheid van de helft +1 van het praesidium aanwezig is. Art.232 Het praesidium heeft tijdens de gewone algemene vergadering de bevoegdheid alle zaken te behandelen die niet specifiek zijn toegewezen aan een buitengewone of bijzondere algemene vergadering.
Ontslag nemen/lint neerleggen
Art.233 Elk praesidiumlid kan op een gewone algemene vergadering zijn/haar ontslag nemen/lint neerleggen. Art.234 Hij/zij dient dit aan te kondigen bij het begin van de algemene vergadering. Art.235 Een ontslag wordt altijd en zonder uitzondering aanvaard door het praesidium. Art.236 Het ontslagnemend praesidiumlid dient zijn/haar lint in bij de praeses en krijgt dit niet meer terug als het om zijn/haar eerste functie ging binnen Pihonia. Indien de persoon reeds één of meerdere werkingsjaren in het Pihonia praesidium heeft gezeteld wordt enkel de borduring uit het jaar van ontslag verwijdert en krijgt hij/zij het lint terug. Art.237 Het ontslagnemend praesidiumlid verbindt zichzelf ertoe om het praesidium of zijn/haar opvolger te ondersteunen in lopende zaken.
5.3.2: DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING
Art.238 Voor het houden van een buitengewone algemene vergadering dient 2/3de van het huidig praesidium aanwezig te zijn en worden beslissingen goedgekeurd met een 2/3de meerderheid. Ontgroende leden mogen als adviserende stem aanwezig zijn maar hebben geen stemrecht. Art.239 Tijdens een buitengewone algemene vergadering heeft enkel het praesidium stemrecht. Zij hebben elk 1 stem.
De onderwerpen die op een buitengewone algemene vergadering worden behandeld zijn:
ontslag krijgen/motie van wantrouwen
Art.240 Elk stemgerechtigd lid van het praesidium kan op de vergadering tegen elk aanwezig lid van het praesidium een motie van wantrouwen indienen. Art.241 Deze motie van wantrouwen kan door eender welk lid van de club worden geschreven, gemotiveerd en ondertekend maar er moet dus steun gevonden worden bij iemand uit het huidige praesidium om de motie in te dienen. Art.242 Daartoe dient de indiener de praeses in te lichten, ten laatste drie dagen voor de vergadering, zodat van de motie melding kan worden gemaakt in de agenda, en dat de persoon tegen wie de motie van wantrouwen werd ingediend zich daarop kan voorbereiden. Art.243 De persoon die de motie indient, dient op vergadering van het praesidium zichzelf bekend te maken en de redenen voor het praesidium uiteenzetten. Art.244 Het praesidium hoort het bestuurslid waartegen een motie wordt ingediend en gaat over tot stemming. Art.245 Het lid van het praesidium waartegen een motie van wantrouwen wordt aangenomen is meteen ontslagen en dient het praesidiumlint in bij de praeses. Art.246 Bij afwezigheid van het bestuurslid tegen wie een motie van wantrouwen wordt ingediend, wordt dit agendapunt naar een volgende buitengewone algemene vergadering verschoven. Art.247 De praeses zal dan in samenspraak met de persoon tegen wie een motie werd ingediend binnen de week een vergadering vastleggen waarop de persoon in kwestie zeker aanwezig kan zijn. Art.248 In geval van hernieuwde afwezigheid op de eerstvolgende vergadering wordt de motie toch rechtsgeldig behandeld. Art.249 De vervanging van het bestuurslid dat ten gevolge van een motie van wantrouwen uit zijn functie is ontslagen, kan gebeuren volgens de procedure, zoals beschreven onder het artikel van coöptatie.
Motie van wantrouwen tegen de praeses
Art.250 Een motie van wantrouwen tegen de huidige praeses kan door iemand van het huidig praesidium maar ook door een pro-senior ingediend worden. Art.251 De pro-senior die de motie indient, dient zelf ook aanwezig te zijn op de buitengewone algemene vergadering. Art.252 Bij de stemming over het afzetten van de praeses hebben ook pro-senioren 1 stem. Art.253 De praeses wordt tijdelijk opgevolgd door de vice-praeses. De vice-praeses kan doorhet huidig praesidium permanent worden gecoöpteerd tot praeses. Indien de vice-praeses niet wordt gecoöpteerd kan een ander lid die voldoet aan de vereisten voor hoogpraesidium gecoöpteerd worden tot praeses.
5.3.3: DE UITZONDERLIJKE ALGEMENE VERGADERING
Art.254 Voor het houden van een uitzonderlijke algemene vergadering dient 3/4de van het huidig praesidium aanwezig te zijn en worden beslissingen goedgekeurd met een 3/4de meerderheid. Alle ontgroende leden mogen aanwezig zijn en hebben ook stemrecht. Art.255 De verdeling van het aantal stemmen op een uitzonderlijke algemene vergadering verloopt op dezelfde wijze als op een hoogpraesidium verkiezingsmoment. Art.256 Een uitzonderlijke algemene vergadering dient minstens één week op voorhand via algemene aankondiging bekend worden gemaakt aan de leden van de club.
De onderwerpen die behandeld worden op een uitzonderlijke algemene vergadering zijn:
Ontnemen van lidmaatschap/tuchtsancties
Art.257 Wanneer een lid zich niet aan de regels houdt of wanneer er door het praesidium herhaaldelijk wordt vastgesteld dat het lid of leden zich niet gedragen, diefstal plegen, de statuten of de clubnaam schenden, etc; dan kan onherroepelijk het lidmaatschap van de club worden ontnomen of kan een tuchtsanctie worden opgelegd die de schade ongedaan maakt of vergoed.
Ontbinden van de club
In geval van ontbinding van de club dienen de volgende stappen doorlopen te worden zoals beschreven in de volgende artikels van deze paragraaf. Art.258 Er dient een uitzonderlijke algemene vergadering georganiseerd te worden waarop alle leden van de club worden uitgenodigd en waar de ontbinding besproken wordt. In de mate van het mogelijke wordt iedereen persoonlijk op de hoogte gebracht. Art.259 In aanloop naar deze uitzonderlijke algemene vergadering wordt er gepeild naar de interesse bij alle gedoopte leden om de werking van de club verder te zetten. Art.260 Indien er genoeg interesse is, wordt er een nieuwe kiescantus ingepland binnen de maand na de uitzonderlijke algemene vergadering. Indien de ontbinding wordt goedgekeurd door een 3/4de meerderheid wordt er overgegaan tot het organiseren van een officiële ontbindingscantus. Art.261 Het restbedrag van de kassa en rekening gaat naar een goed doel in lijn met de studentikoze waarden en normen waar Pihonia steeds voor gestaan heeft. Art.262 Als herdenkingsmonument dient er permanent een herdenkingschild worden opgehangen in de clubcafés van het laatste werkingsjaar met op de achterkant: geschiedenis van de club, waar de club voor stond, clublied, aan welk goed doel de laatste fondsen zijn geschonken en met de contactgegevens van de laatste praeses van Pihonia. Art.263 In navolging van het vorige artikel houdt de laatste praeses alle officiële voorwerpen van waarde voor de club bij in bewaring, zijnde: het clubschild, het clubvaandel en de cantushamer. Dit zodat deze bij heroprichting van de club kunnen worden doorgegeven.
Verandering van clubcafé
Art.264 Verandering van clubcafé moet beslist worden volgens de principes van een uitzonderlijke algemene vergadering.
Wijziging van de statuten De statuten kunnen enkel worden gewijzigd mits volgen van de volgende procedure: Art.265 Het praesidium beslist in gewone algemene vergadering over het wijzigen van de statuten en duidt hierbij de artikels aan die voor wijziging vatbaar zijn. Art.266 Een uitzonderlijke algemene vergadering wordt van rechtswege samengeroepen. Art.267 Het praesidium deelt mee welke artikelnummers worden herwerkt, werkt een voorstel uit en geeft deze vrij ter openbare inzage van de leden minstens één week voor de datum van de uitzonderlijke algemene vergadering. Art.268 Op de uitzonderlijke algemene vergadering motiveert het praesidium de wijziging(en) die zij willen aanbrengen aan de statuten. Deze wijziging(en) worden besproken door de aanwezige leden en na afloop wordt er gestemd over de wijziging(en) volgens de quora van de uitzonderlijke algemene vergadering.
SLOTBEPALING
Art.269 Deze nieuwe statuten doen alle voorgaande teniet en gelden voor onbepaalde tijd startend vanaf donderdag 25 april 2019.
Deze statuten zijn herschreven op basis van de huidige normen en waarden waarop Pihonia vandaag gegrondvest is. Ze beschrijven hoe Pihonia met zo goed mogelijke hand geleid kan worden. Aldus geadviseerd door Yannick Maes, Mathias Desmet, Sophie Desimpel en Simon De Vuyst in zitting gedurende schooljaren 2017-2019.
Goedgekeurd door het praesidium in zitting van donderdag 25 april 2019.
Ondertekend en goedgekeurd, Praeses Pihonia (2014-2015), Yannick Maes Praeses Pihonia (2015-2016), Mathias Desmet Praeses Pihonia (2016-2017), Sophie Desimpel Praeses Pihonia (2017-2019), Simon De Vuyst